H.C. Zondag 01

Zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus
Deze zondag hoort bij hoofdstuk 1: Inleiding.
Er zijn 2 vragen en antwoorden in zondag 1: vraag 1 en vraag 2.
U ziet onder de producten de Leertekst en de zangtekst
De Heidelbergsche Katechismus kortelijk geopent en verklaart 1756
Kemp, Johannes van derDe Heidelbergsche Katechismus kortelijk geopent en verklaart 1756 - Ds. J. van der KempDe Heidelberg..
€ 0,00
Is er enig middel - Ds. A.T. Huijser
Huijser, Ds. A.T.Is er enig middel - Ds. A.T. Huijser De weg tot de enige Troost Hoe leidt de Heere Zijn Kerk tot..
€ 15,90
De enige troost - Ds. F. Bakker
Bakker, Ds. F.De enige troost - Ds. F. BakkerEeen preek over zondag 1 in Wat onder u gesproken is 2 | Ds. F. Bakke..
€ 0,00
De enige troost beide in het leven en sterven
Baaijens, Ds. J.De enige troost beide in het leven en sterven - Ds. J. BaaijensDe enige troost Bundel Catechismus pr..
€ 0,00
De enige troost in Leven en Sterven
Waal, Ds. A.G. de, Brummelkamp, Ds. A.De enige troost in Leven en Sterven Preek n.a.v. Zondag 1 door ds. A.G. de Waalin; De Heidelbergsch..
€ 0,00
Goddelijke troost - Dr. H.F. Kohlbrugge
Kohlbrugge, Dr. H.F.Goddelijke troost van dr. H.F. Kohlbrugge Het is nog geen mens gelukt Gods waarheid beter en duidel..
€ 9,95
Mijn enige troost - Ds. J. van Amstel
Mijn enige troost - Ds. J. van AmstelVerhandeling van de enige troost ..
€ 0,00
Zondag 01 - Dr. B. Wielenga
Wielenga, Dr. B.Zondag 1 - Dr. B. WielengaMenigerlei Genade 1915 een bundel Catechismus leespreken van de Gereformee..
€ 0,00
Zondag 01 - Dr. J.C. de Moor
Moor, Dr. J.C. deZondag 1 - Dr. J.C. de MoorMenigerlei Genade 1926 een bundel Catechismus leespreken van de Gereforme..
€ 0,00
Zondag 01 - Ds. B. Smytegelt
Smytegelt, Bernardus , Verboom, Dr. W.Zondag 01 van Ds. B. SmytegeltZondag 01 van Ds. B. Smytegelt in Het enen lied met zijn vele ste..
€ 0,00
Zondag 01 - Ds. L. Rijksen
Rijksen, Ds. L.Zondag 01 van ds. L. RijksenUit de Schat des Woords 16e jaargang 1963leespreek Zondag 1 van Ds. L. R..
€ 0,00
Zondag 1
Vraag 1:
Wat is uw enige troost,
beide in het leven en sterven?
Antw.:
Dat ik met lichaam en ziel,
beide in het leven en sterven, (Rom. 14:18)
niet mijn,(1 kor. 6:19)
maar mijns getrouwen Zaligmakers JEZUS CHRISTUS eigen ben, (1 kor. 3:23 en Titus 2:14)
die met Zijn dierbaar bloed,
voor al mijn zonden volkomen betaald, (1 Petr. 1:18,19, 1 Joh. 1:7 en 2: 2,12)
en mij uit alle heerschappij des duivels verlost heeft, (Hebr. 2:14, 1 Joh. 3:8, Joh. 8:34,35,36)
en alzo bewaart, (Joh. 6:39 en 10:38, 2 Thess. 3:3, 1 Petr. 1:5)
dat zonder den wil mijns hemelse Vaders
geen haar van mijn hoofd vallen kan, (Matth. 10:30, Luk. 21:18)
ja ook,
dat mij alle ding tot mijn zaligheid dienen moet; (Rom. 8:28)
waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest
van het eeuwige leven verzekert, (2 Kor. 1:22 en 5:5, Ef. 1:14, Rom. 8:16)
en Hem voortaan te leven
van harte willig en bereid maakt. (Rom. 8:14, 1 Joh. 3:3)
Vraag 2:
Hoe veel stukken zijn u nodig te weten,
opdat gij in deze troost
zaliglijk leven en sterven moogt?
Antw.:
Drie stukken. (Matth 11:28-30)
Ten eerste: Hoe groot mijn zonden en ellende zijn? (Joh. 9:41, Matth. 9:12, Rom. 3:10 en 1 Joh. 1:9 en 10)
Zondag 1. Mijn enige troost
(Wijze: Psalm 103)
Dit is mijn troost in leven en in sterven, (Vraag 1.)
Dat Christus mij genade deed verwerven,
Ik hoor Hem toe naar ziel en lichaam bei’;
Die met Zijn bloed voor al mijn schuld betaalde,
Uit satans macht en heerschappij mij haalde.
Door Hem verlost hen ik nu eeuwig vrij.
Dit Is mijn troost; Hij zal mij zó bewaren.
Dat van mijn hoofd met een van mijne haren
Ooit vallen kan dan naar Gods wijze wil.
Ja, alles wat mij ooit Hl overkomen.
Is tot mijn heil in Gods besluit genomen.
Dat maakt mijn hart in tegenspoeden stil.
Door Zijne Geest wil Hij mij telkens geven
Verzekering van "t eeuwig zalig leven
Die maakt mij ook van harte hier bereid
Gewillig mij aan Hem geheel te geven.
Maar ’t boze hart blijft aan de zonde kleven
En tot mijn dood blijft het een zware strijd.
Drie stukken moet ik zeker hier verwerven (Vraag 2.)
Om zalig’lijk te leven en te sterven;
De grootheid van mijn zonden en ellend'
Hoe ik daarvan verlost Zijn gunst mag roemen,
Vol dankbaarheid 'mijn Redder' Hem mag noemen,
Die in gena mij, zondaar, heeft gekend.
Zondag 1. Mijn enige troost
(Wijze: Psalm 66)
Dit is in leven en in sterven (Vraag 1.)
Mijn een'ge troost en zaligheid;
Mijn Heiland kocht mij door Zijn sterven,
Ik ben van Hem in eeuwigheid.
Hij heeft betaald voer al mijn Zonden
Aan ‘t kruishout met Zijn dierbaar bloed.
Ik ben van satans macht ontbonden
En Christus is mijn eeuwig goed.
Mijn Heiland zal mij zo bewaren
Dat zonder 's Vaders heil’ge wil
Niet uitvalt een van mijne haren:
Dat maakt 't onrustig hare weer stil.
Ja, alles wat mij zal overkomen.
Moet dienen tot mijn zaligheid.
Zijn Geest verzekert 't eeuwig leven
En maakt mijn hart Hem toegewijd.
Drie dingen moeten ondervinden, (Vraag 2.)
Opdat ik deze troost geniet:
d' Ellende en mijn grote zonden
En hoe Hij mij verlossing biedt,
Hoe Hij mij uithielp uit d' ellende,
Mij van de zonde heeft bevrijd.
Zodat ik dankbaar voor die weldaad
Hem loven zal in eeuwigheid.
Zondag 01
EERSTE ZONDAG,
1e en 2e vraag
Van den Enige Troost.
1 Vr. Wat is ’t einde van de Christelijke Religie?
Antw. ’t Hoogste einde is Gods eer, maar ‘t mindere einde is des mensen troost. Rom. 15:4. Al wat tevoren geschreven is, dat is tot onze lering geschreven, op dat wij door lijdzaamheid ende vertroosting der Schriften hoop hebben zouden.
2 Vr. Wat is troost?
Antw. Troost is zulk een goed, dat de mens in zijn ellende en droefheid geruststelt en vrolijk maakt. Psalm 28:4. Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods „ik zou geen kwaad vrezen, want gij zijt met mij, Uw stok en uw staf vertroosten mij.
3 Vr. Wanneer heeft men troost nodig?
Antw. In leven en in sterven.
4 Vr. Heeft de mens troost in zijn leven nodig?
Antw. Ja: Want een troosteloos leven is meer een sterven dan een leven. De mens is zichzelf niet genoegzaam, en daarom hijgt naar troost. Psalm 4:7 Velen zeggen, wie zal ons het goede doen, zien?
5 Vr. Waarom is gem nogal troost nodig?
Antw. Omdat hij een zondaar is, die alle goed verbeurd heeft, en onder Gods toorn ligt. Efez. 2:3. Wij zijn van nature kinderen des toorns.
6 Vr. Heeft ook een gelovige troost nodig?
Antw. Ja: Want gelijk David zegt Psalm 34:20 Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen.
7 Vr. In wat geval komt de troost wel meer te pas?
Antw. In ’t sterven. Want de dood is in zichzelf een koning der verschrikking. Job 28:14
8 Vr. Kunnen alle dingen de mens in zijn leven en zijn sterven troosten?
Antw. Neen, Wat hem ten volle kan vertroosten moet maar een enig, dat is, een volmaakt en hoogste goed zijn. Luc. 10:42 Een ding is nodig Psalm 17:4
9 Vr. Waarom wordt naar uwen troost gevraagd?
Antw. 0mdat geen goed troosten kan zo men er zelf geen deel aan heeft, en van dat zijn deel niet verzekerd zij
10 Vr. Aan wie wordt dit gevraagd?
Antw. De gelovige mens
11 Vr. Waarom wordt dit juist aan de gelovige mens gevraagd?
Antw. Omdat hij best weet en leren kan wat de ware troost is. Psalm 6 :7 Vele zeggen wie zal ons het goede doen zien? Verhef gij over ons het licht uws aanschijns, o HEERE, Gij hebt vreugde in mijn hart gegeven, meer dan ter tijde, als haar koren en most vermenigvuldigd zijn.
12 Vr. Wat zegt nu een ware gelovige, dat zijn enige troost zij? Antw. Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven, niet mij maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben.
13 vr. Wat betekend het, zich zelfs eigen te zijn?
Antw. Vrij en zijn eigen heer en meester te zijn. Psalm 12:5 Onze lippen zijn onze, Wie is Heer over ons
14 Vr. Hoe is mens zichzelf eigen geworden?
Antw. Door de zonden is hij van God tot zichzelf vervallen. Deut. 32:5. Hij liet God varen, die hem gemaakt heeft, en versmade de rotsteen zijns heils.
15 Vr. Is ’t niet troostrijk zich zelfs eigen te zijn?
Antw. Neen; Maar ’t is een staat van rampzaligheid. Rom. 1:8 Gelijk ‘t haar niet goed gedacht heeft God in erkentenis te houden, zo heeft ze God overgegeven in ene verkeerden zin om te doen dingen, die niet betamen.
16 Vr. Wiens eigendom is een gelovige?
Antw. Hij is ’t eigendom van Jezus Christus, zijn getrouwe Zaligmaker. Titus 2:14. Hij heeft zich zelven een eigen volk gereinigd.
17 Vr. Waarin bestaat het, dat hij Christus eigen is?
Antw. Het bestaat daarin, dat hij Christus als zijn bijzonder erfdeel en bezitting tot zijnen dienst toebehoort. Psalm 2:8 Eis van mij, en ik zal de heidenen geven tot uw erfdeel, en de einden der aarde tot uw bezitting. ,
18 Vr. Op welke gewoonte wordt hier gezien?
Antw. Op de gewoonte der volkeren, die haar dienstknechten tot slaven en als haar eigen goed maken. 1 Kor. 7:22 Die geroepen is, is een dienstknecht van Christus.
19 Vr. Is een gelovige geheel en al Christus eigendom?
Antw. Ja, met lichaam en ziel 1 Kor. 6:20 Verheerlijk dan God in, uw lichaam en in uwen Geest welke Gods is.
20 Vr. Is hij ook altijd en in alle gelegenheden Christus eigen?
Antw. Ja: in ’t leven en in ’t sterven. Rom. 14:7,8. Want niemand van ons leeft zich zelven, en niemand sterft zich zelven. Want het zij wij leven, wij leven den HEERE. Het zij wij sterven, wij sterven den HEERE. Het zij dan dat wij leven, het zij dat wij sterven, wij zijn des HEEREN.
21 Vr. Door wat recht is een gelovige Christus eigendom?
Antw. Door een tweeërlei recht: 1. Door met den prijs Zijns Bloeds 1 Kor. 4:20. Gij zijt duur gekocht. Gen. 17:12.
22 Vr. Hoe zegt dit de Catechismus?
Antw. Die met Zijn bloed voor al mijn zonden volkomen betaald heeft. 1 Pet. 1:18-19 Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud verlost zijt. . . Maar door het dierbaar bloed van Christus. Christus bloed is ‘t rantsoen dat Hij ter verlossing gegeven heeft. Matth. 20:28, Efez. 1:7, 1 Tim. 2:6.
23 Vr. Wat is ’t ander recht waardoor een gelovige Christus eigendom is?
Antw. Ten tweede Dat Hij hem uit alle geweld des duivels verlost heeft.
24 Vr. Was dan een gelovige eertijds des duivels eigendom?
Antw. Ja; Want God had hem om de zonde aan den duivel onderworpen. Daarom wordt de duivel genaamd (Joh. 14:30) De Overste dezer Wereld. 2 Kor. 4:4. De God dezer eeuw. Efez. 2:2. Die werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid. 2 Tim. 2:26a. En zij zijn in de strik des duivels gevangen tot zijnen wil.
25 Vr. Hoe heeft hem Christus verlost uit het geweld des duivels?
Antw. Door de voldoening voor de zonde aan Gods rechtvaardigheid door Zijn dood waardoor Hij de macht des duivels over de uitverkoren zondaar vernietigd heeft. Hebr. 2:14
Door de dood heeft Hij tenietgedaan degenen die ’t geweld des doods had, dat is de duivel.
26 Vr. Is de duivel wel gewillig om daarop de uitverkoren zondaar te ontslaan?
Antw. Neen, Daarom gebruikt Christus Zijn krachttegen de duivel. Mark. 3:27 Hij bindt dien sterken en berooft zijn huis.
27 Vr. Zal een gelovige niet wederom zichzelf en de duivel eigen worden?
Antw. Neen, Want Christus is een getrouwen Zaligmaker die hem bewaard. 2 Thess. 3:3 De Heere is getrouw, die zal u versterken en bewaren van de bozen. Joh. 10:28, 1 Petr. 1:5,
28 Vr. Hoe nauw bewaard Christus de zondaar?
Antw. Zo nauw dat zonder den wil Zijns Hemelse Vaders geen haar van zijn hoofd vallen kan. Luc. 21:18 Niet een haar uit uw hoofd zal verloren gaan. Matth. 10:30.
29 Vr. Maar overkomt hem dan zoveel kwaad?
Antw. Alle ding moet hem tot zijn zaligheid dienen. Rom. 8:28 Wij weten dat degenen die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede. Hebr. 12:6-11
30 Vr. Hoe weet een gelovige dat?
Antw. Christus verzekerd hem van het eeuwige leven 2 Kor. 5:2 Wij weten, dat zo ons aardse huis deze Tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maat eeuwig in de Hemelen. 2 Tim.1:12, Joh. 3:19
31 Vr. Is zo’n verzekering niet maar een trotse inbeelding?
Antw. Neen: Want de verzekering geschied door de Heilige Geest. Rom. 8:16 Dezelve Geest getuig met onze Geest dat wij kinderen Gods zijn.
32 Vr. Waaruit weet een gelovige da hij zich niet bedriegt?
Antw. Uit zijn Heiligmaking. Want een gelovige is gewillig en bereidt, om Hem voortaan te leven. Psalm 110:3. Uw volk zal zeer gewillig zijn op den dag uwer heirkracht in heilige sieradiën.
33 Vr. Heeft hij dit van zichzelf?
Antw. Neen: Maar door des Heeren Geest Ezech. 34:27
Ik zal mijnen Geest geven in ’t binnenste van u; En ik zal maken dat gij in mijn inzettingen zult wandelen, en mijn rechten zult bewaren en die doen.
34 Vr. Is dan daarin de volmaakte troost gelegen dat men Christus eigen zij? .
Antw. Ja toch want:
1. Dan is men van Gods Toorn en ’t geweld des duivels verlos.
2. Men wordt bewaard.
3. Met een onbedrieglijke verzekering wordt men getroost.
4. Men zal zeker zalig worden. Ja:
5. De Heere is dan ook zijns volks eigendom Psalm 33:12 Welgelukzalig is ’t Volk, diens God de HEERE is; het volk dat Hij zich ten erve verkoren heeft.
35 Vr. Wat moet hij doen, die begerig is deze troost deelachtig te worden?
Antw. Hij moet weten:
1. Hoe groot zijn zonden en ellende zij.
2. Hoe hij van al zijn zonden en ellende verlost wordt
3. Hoe hij God voor zulk een verlossing zal dankbaar zijn Rom. 8:24 en 25. Ik ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? lk dank God door Jezus Christus onze Heere.
36 Vr. Waarom moet hij zijn grote zonden en ellende kennen?
Antw. Opdat hij over dezelve bedroefd zijnde bekwaam zal zijn om getroost te worden. Matth. 5:4. Zalig zijn die treuren, want zij zullen vertroost worden; Matth. 9:12 en 13:
37 Vr. Is ’t ook nodig voor hen die treuren, dat ze weten hoe zij van al haar zonden zullen verlost worden?
Antw. Zeker! Want die zijn zonden en ellende kent, en niet weet hoe hij zal verlost worden, zal met Judas en Kaïn tot een troosteloze wanhoop vervallen. De Verlosser is de vertroosting Israëls.
38 Vr. Kan men in die vertroosting niet leven, tenzij men weet hoe men God voor die verlossing zal dankbaar zijn?
Antw. Neen: Want zij
alleen, die dankbaarheid betrachten, worden van God vertroost. Hand 9 :31 Wandelende
in de vreze des Heeren en in de vertroosting des Heilige Geestes.