H.C. Zondag 09
Zondag 9 van de Heildelbergse Catechismus
Deze zondag hoort bij hoofdstuk 3: Van God den Vader en onze schepping.
Er is 1 vraag en antwoord in deze zondag: vraag 26
De wegh, der regtveerdige - Isaacus Emaus ten Bergh
Bergh, Isaacus Emaus tenDe wegh, der regtveerdige - Isaacus Emaus ten BerghDe wegh, der regtveerdige, ofte Breede en uytvoer..
€ 0,00
Het drieërlei Vaderschap Gods - Ds. A.M. den Boer
Boer, Ds. A.M. denHet drieërlei Vaderschap Gods - Ds. A.M. den BoerDe enige troost Bundel Catechismus preken van versc..
€ 0,00
Zondag 09 - Dr. P.A.E. Sillevis Smit
Sillevis Smit, Dr. P.A.E.Zondag 9 van dr. P.A.E. Sillevis SmitMenigerlei Genade een bundel Catechismus leespreken van de Gere..
€ 0,00
Zondag 09 - Ds. G.R. Kuyper
Kuyper, Ds. G.R.Zondag 9 van ds. G.R. KuyperMenigerlei Genade 1926 een bundel Catechismus leespreken van de Gereform..
€ 0,00
Vraag 26: Wat gelooft gij met deze woorden: Ik geloof in God den Vader, den Almachtige, Schepper des hemels en der aarde?
Antw.: Dat de eeuwige Vader van onzen Heere Jezus Christus, die hemel en aarde, met al wat er in is, uit niet geschapen heeft , die ook door zijn eeuwigen raad en voorzienigheid ze nog onderhoudt en regeert , om zijns Zoons Christus' wil mijn God en mijn Vader is ; op welken ik alzo vertrouw, dat ik niet twijfel, of Hij zal mij met alle nooddruft des lichaams en der ziel verzorgen , en ook al het kwaad, dat Hij mij in dit jammerdal toeschikt, mij ten beste keren; dewijl Hij zulks doen kan als een almachtig God, en ook doen wil als een getrouw Vader
Zondag 9
(Wijze: Psalm 68)
Vewrs 1
Gij Die van alle eeuwigheid (Vraag 26.)
Van Christus ook de Vader zijt.
Uw lof wil ik thans zingen.
Gij schiep de hemel en de aard.
De hemelbollen met hun vaart:
Van U zijn alle dingen.
Uw eeuw'ge raad heeft ’t al bereid
En ook door Uw Voorzienigheid
Blijft Gij het al regeren.
Gij onderhoudt dat grote werk,
Tot heil ook van Uw ware Kerk
Laat mij altijd U eren.
Vers 2
Gij zijt de Bouwheer en de Spil
En, wonderlijk, om Christus' wil,
Mijn God en ook mijn Vader.
Op welke ik alzo vertrouw
Dat ik niet twijfelen meer zou
Of Gij, mijn Levensader,
Verzorg ofschoon ik telkens viel.
Mij toch naar lichaam en naar ziel
En zult ten beste keren
Al wat mij in dit jammer dal
Door Uwe hand ooit treffen zal;
Uw hand kan niemand weren.
Zondag 9
(Wijze; psalm 68)
Versie 2
Vers 1
Gij Vader, zijt mijn hulde waard. (Vraag 26.)
Gij zijt de Schepper dezer aard',
Ja, ook van alle dingen.
Gij zijt de God van eeuwigheid.
Gij schiep de hemel en de tijd.
Gij deed de Serafs zingen.
Gij zijt de Vader van Uw Zoon,
Gekoesterd, eeuwig in Uw troon,
Uw raad zal zegevieren.
Gij zult door Uw Voorzienigheid
Al wat Gij voortbracht in de tijd
Door Uwe hand bestieren.
Vers 2
Gij Die het gans heelal doorschouwt
En met Uw hand het onderhoudt
En alles blijft regeren,
Gij nam, om Christus’ wil, Uw Zoon,
Door Uwe Geest mijn hart ter woon,
Nu kan, geen leed mij deren.
Gij zijt mijn Vader en mijn God,
Ik voel in Uwe hand mijn lot.
Ik blijf op U vertrouwen.
Gij zult verzorgen mij, Uw kind.
Naar lijf er ziel, daar Gij bemint
Wie op Uw Woord steeds bouwen.
Vers 3
Al overkomt mij kwaad en smart.
Dan denk ik aan Gods Vaderhart;
Hij zal ’t ten beste keren.
Dat kan Hij als almachtig God,
Dat wil Hij (schoon de wereld spot)
Als Vader mij steeds leren.
Gezegende Voorzienigheid
Des Vaders, Die mijn wegen leidt.
Gij sterkt mij in het leven.
Ik wil, ofschoon het wel eens spant,
Mij in Gods trouwe Vaderhand
Gewillig overgeven.