H.C. Zondag 30

Zondag 30 van de Heidelbergse Catechismus


Deze zondag hoort bij hoofdstuk 3: Van het Heilig Avondmaal onzes Heeren.
Er zijn 3 vragen en antwoorden in zondag 30: vraag 80 t/m vraag 82.


Product vergelijk (0)


Blijvend geding om mis en Avondmaal

Blijvend geding om mis en Avondmaal

Moehn, Dr. W.H.Th.

Blijvend geding om mis en Avondmaal Dr. W.H.Th. MoehnBetekenis en actualiteit van Heidelbergse Catec..

€ 0,00

Het Heilig Avondmaal - Ds. S.W. Janse

Het Heilig Avondmaal - Ds. S.W. Janse

Janse, Ds. S.W., Tanis, Ds. J.J.

Het Heilig Avondmaal - Ds. S.W. Janse Voorbereidings- en nabetrachtingsprekenBij de instelling van ..

€ 17,50

De sacramenten - Dr. G. Oorthuys

De sacramenten - Dr. G. Oorthuys

Oorthuys, Dr. G

De sacramenten van dr. G. OorthuysDe sacramenten : toelichting op de Zondagen XXIII tot XXXIII van d..

€ 0,00

De rechte Avondmaalsviering - B. van de Berg

De rechte Avondmaalsviering - B. van de Berg

Berg, B. van de, Uit het Schatboek

De rechte Avondmaalsviering van B. van de Berg Preek over zondag 30 van de Heidelbergse Catechismus ..

€ 0,00

Het Heilig avondmaal - Ds. F. Bakker

Het Heilig avondmaal - Ds. F. Bakker

Bakker, Ds. F.

Het Heilig avondmaal - Ds. F. BakkerEeen preek over zondag 30 in Wat onder u gesproken is 2 | D..

€ 0,00

Het rechte gebruik van het Avondmaal des Heeren - Ds. C. Vogelaar

Het rechte gebruik van het Avondmaal des Heeren - Ds. C. Vogelaar

Vogelaar, Ds. C.

Het rechte gebruik van het Avondmaal des Heeren van ds. C. VogelaarDe enige troost Bundel Catechismu..

€ 0,00

Weergeven 1 t/m 6 van in totaal 6

Vraag 80: Wat onderscheid is er tussen het Avondmaal des Heeren ende Paapse Mis?
Antw.: Het Avondmaal des Heeren betuigt ons, dat wij volkomen vergeving van al onze zonden hebben door de énige offerande van Jezus Christus, die Hij zelf eenmaal aan het kruis volbracht heeft , en dat wij door den Heiligen Geest Christus worden ingelijfd , die nu naar zijn menselijke natuur niet op de aarde, maar in den hemel is, ter rechterhand Gods zijns Vaders, en daarvan ons wil aangebeden zijn. Maar de Mis leert, dat de levenden en de doden niet door het lijden van Christus vergeving der zonden hebben, tenzij dat Christus nog dagelijks voor hen van de Mispriesters geofferd worde, en dat Christus lichamelijk onder de gestalte des broods en wijns is, en daarom ook daarin moet aangebeden worden; en alzo is de Mis in den grond ander niet, dan een verloochening der enige offerande en des lijdens van Jezus Christus, en een vervloekte afgoderij.


Vraag 81: Voor wie is het Avondmaal des Heeren ingesteld?
Antw.: Voor degenen, die zichzelf vanwege hun zonden mishagen, en nochtans vertrouwen, dat deze hun om Christus' wil vergeven zijn, en dat ook de overblijvende zwakheid met zijn lijden en sterven bedekt is; die ook begeren, hoe langer hoe meer hun geloof te sterken en hun leven te beteren. Maar de hypocrieten en die zich niet met waren harte tot God bekeren, die eten en drinken zichzelf een oordeel.

Zondag 30
(Wijze: Psalm 116)


Vers 1
Wij horen. Heer', aan Uwe heil'ge dis:   (Vraag 80.)
Uw kruisdood bracht vergeving onzer zonden:
Niet een ervan wordt ongeboet gevonden,
Omdat Uw werk zo gans volkomen is.

Vers 2
Eén offerand’ zo groot, is toch genoeg;
De Roomse Mis kan slechts die daad verkleinen.
Ach, wil hen door Uw Woord en Geest beschijnen,
Laat elk slechts doen wat Gij, Heer', van hem vroeg.

Vers 3
Geen offer hoeft er voor Uw volk gebracht;
Het is voldaan! Geen priester is er nodig;
De Roomse Mis is kwaad en overbodig.
Afgoderij! Uw offer wordt verkracht:

Vers 4
'k Aanbid U, Heer’, mag 't zijn Steeds in de geest;
Laat toch mijn oog niet aan het aardse hangen.
Maar richt het op, doe mij naar U verlangen;
Gij zijt voor mij wel alles toch geweest

Vers 5
Want ik, o Heer', verfoei mij elke dag    (Vraag 81.)
Vanwege ‘t kwaad, de zonden in mijn leven.
Maar Gij wou die genadig toch vergeven.
Om Christus' wil, zodat ik toegaan mag.

Vers 6
Ja, dat vertrouw ik, hopend op Uw Woord.
Al is mijn vlees ook zwak om U te volgen.
Gij zijt niet meer op mij, Uw kind, verbolgen.
Want Christus' bloed bedekt wat niet behoort.

Vers 7
Maar toch, versterk mij in ’t geloof, o Heer',
Ja, ‘k wil ook zelf mijn zwak geloof versterken;
Ik wil zo graag uit liefde 't goede werken
En leven steeds geheel tot Uwe eer.

Vers 8
Maar mocht ik soms geveinsd zijn in 't geloof.
Niet met mijn hart mijzelf tot U bekeren.
Wil mij dan toch van Uwe tafel weren.
Want dan, o God, gaapt er een diepe kloof.

Vers 9
Ja, zondaars blijft van deze tafel af.
Die goddeloos hier altijd voort wilt leven,
Die nog uw hart aan deze wereld geven.
Want anders beidt u een gerechte straf.

Vers 10
Niet ieder ga aan deze tafel aan.   (Vraag 82.)
Gij heil’ge kerk, stel deze dis toch veilig!
Gods liefde is zo groot en toch zo heilig;
Die haar vertrapt zal 't oordeel niet ontgaan.

Do NOT follow this link or you will be banned from the site!