H.C. Zondag 27
Zondag 27 van de Heidelbergse Catechismus
Deze zondag hoort bij hoofdstuk 3: Van den Heiligen Doop.
Er zijn 3 vragen en antwoorden in zondag 27: vraag 72 t/m vraag 74.
De sacramenten - Dr. G. Oorthuys
Oorthuys, Dr. GDe sacramenten van dr. G. OorthuysDe sacramenten : toelichting op de Zondagen XXIII tot XXXIII van d..
€ 0,00
De Heilige doop in het licht van der Schrift - Ds. J. Baaijens
Baaijens, Ds. J.De Heilige doop in het licht van der Schrift van ds. J. BaaijensDe enige troost Bundel Catechismus p..
€ 0,00
De Kinderdoop
Mulder, Klaas Jan, Holland, Ds. C.B.De Kinderdoop van Ds. C.B. HollandPreek over Zondag 27 van de Heidelbergse Catechismus&nbs..
€ 0,00
Vraag 72: Is dan het uiterlijk waterbad de afwassing der zondenzelf?
Antw.: Neen het ; want alleen het bloed van Jezus Christus en de Heilige Geest reinigt ons van alle zonden.
Vraag 73: Waarom noemt dan de Heilige Geest den Doop het bad der wedergeboorte en de afwassing der zonden?
God spreekt alzo niet zonder grote oorzaak; namelijk, niet alleenom ons daarmede te leren, dat, gelijk de onzuiverheid des lichaams met water, alzo ook onze zonden door het bloed en den Geest van Jezus Christus weggenomen worden , maar veelmeer, omdat Hij ons door dit Goddelijk pand en waarteken wil verzekeren, dat wij zo waarachtiglijk van onze zonden geestelijk gewassenzijn, als wij uitwendig met het water gewassen worden.
Vraag 74: Zal men ook de jonge kinderen dopen?
Ja het; want mitsdien zij alzo wel als de volwassenen in het verbond Gods en in zijn gemeente begrepen zijn , en dat hun door Christus' bloed de verlossing van de zonden en de Heilige Geest, die het geloof werkt, niet minder dan den volwassenen toegezegd wordt , zo moeten zij ook door den Doop, als door het teken des Verbonds, der Christelijke Kerk ingelijfd en van dekinderen der ongelovigen onderscheiden worden , gelijk in het oude Verbond of Testament door de Besnijdenis geschied is , voor dewelke in het nieuwe Verbond de Doop ingezet is.
Zondag 27
(Wijze: Psalm 105)
Vers 1
Nee, niet de doop kan mij behouden; (Vraag 72)
Rampzalig zijn die daarop bouwden!
De Heil’ge Geest is ‘t, Die het doet
Door Christus’ dierbaar offerbloed.
Het uiterlijke waterbad
Verleent ons nooit die rijke schat.
Vers 2
De doop is ’t heilig zichtbaar teken: (Vraag 73)
De smet is van de ziel geweken
Als Christus’ bloed en Zijne Geest
In ’t sacrament ook is geweest;
Dan is mijn hart vernieuwd en rein
Wanneer ik zal gewassen zijn.
Vers 3
Als kind, dat niet daarvan kon vatten, (Vraag 74)
Verkreeg ik reeds die rijke schatten.
‘k Werd opgenomen in Uw kerk
En was dat ’s Heeren eigen werk,
Dan is die doop een zeker pand
Van ’t ingaan in het Vaderland