H.C. Zondag 41
Zondag 41 van de Heidelbergse Catechismus
Deze zondag hoort bij hoofdstuk 4: Van de Wet.
Er zijn 2 vragen en antwoorden in zondag 41: vraag 108 en vraag 109.
Een beschermend schild - Ds. W. Pieters
Pieters. Ds. W.Een beschermend schild van Ds. W. PietersAls in de gemeente de behandeling van het zevende gebod van..
€ 5,00 € 12,95
Het zevende Gebod - Ds. L. Vroegindeweij
Vroegindeweij, Ds. L.Het zevende Gebod | Ds. L. VroegindeweijDrie preken over het zevende gebod1e druk 1963 Om Sions Wil ..
€ 0,00
Een mens zonder God: een hol vat - Ds. L. Vroegindeweij
Vroegindeweij, Ds. L.Een mens zonder God: een hol vat van ds. L. Vroegindeweij1e Preek over Zondag 41 vraag 108 in Zie he..
€ 0,00
Een leeuw, die bedwongen moet worden - Ds. L. Vroegindeweij
Vroegindeweij, Ds. L.Een leeuw, die bedwongen moet worden van ds. L. Vroegindeweij2e Preek over Zondag 41 vraag 108 in Zi..
€ 0,00
Het gehoorzamen van het gebod - Ds. L. Vroegindeweij
Vroegindeweij, Ds. L.Het gehoorzamen van het gebod van Ds. L. Vroegindeweij3e Preek over Zondag 41 vraag 108 en 109 in Zi..
€ 0,00
Het zevende gebod - Ds. A. Hoogerland
Hoogerland, ds. A.Het zevende gebod - Ds. A. HoogerlandDe enige troost Bundel Catechismus leespreken van verschillende..
€ 0,00
Het zevende Gebod - Ds. J. Chr. W. Kruishoop
Kruishoop, Ds. J. Chr. W., Berg, Ds. K.J. van den, ...Het zevende Gebod - Ds. J. Chr. W. KruishoopLosse preken over de Heidelbergse Catechismus 1940-1941 ..
€ 0,00
Vraag 108: Wat leert ons het zevende gebod?
Antw.: Dat alle onkuisheid van God vervloekt is , en dat wij daarom, haar van hart vijand zijnde, kuis en ingetogen leven moeten , hetzij inden heiligen huwelijken staat of daarbuiten.
Vraag 109: Verbiedt God in dit gebod niet meer dan echtbreken en dergelijke schandelijkheden?
Antw.: Dewijl ons lichaam en ziel tempelen des Heiligen Geestes zijn, zo wil Hij, dat wij ze beide zuiver en heilig bewaren; daarom verbiedt Hij alle onkuise daden, gebaren, woorden , gedachten, lusten , en wat den mens daartoe trekken kan.
Zondag 41 - (Wijze: Psalm 5I)
Vers 1
Er Is één kwaad dat mij weer telkens smart (Vraag 108.)
Dat in mij slaat de aller diepste wonden:
Dat ook in mij onkuisheid wordt gevonden,
Dat Ik zo merk de vuilheid van mijn hart
Gij, Heer', vervloekt al wat niet heilig is;
Laat mij toch kuis en tuchtelijk hier leven,
Ik haat dat kwaad, 't is mij tot droefenis.
Vergeef, o God, al wat ik heb misdreven!
Vers 2
Mijn lichaam en mijn ziel zijn van Uw Geest (Vraag 109.)
Als tempelen, waarin Gij toch wilt wonen.
Ik weet het, Heer’, acht laat mij dat ook tonen,
Laat men toch zien wie U in waarheid vreest.
Dat ik mijzelf toch heiliglijk bewaar,
Geen onkuis woord ga immers van mijn lippen;
Dat ik toch nooit door een onkuis gebaar
Mijns naasten hart in ene val doe glippen.